Hoe breng ik mijn watervogels veilig door de winter?

 

 

Als het ’s winters vriest, haal ik een eend enkel binnen als de vogel niet gezond of lek is. In beide gevallen zorg ik dan voor een badje van 10 cm diep. Ook zorg ik dat de ligplaats steeds proper blijft, wat enkel lukt als er maar enkele watervogels in de binnenruimte worden ondergebracht. Is een watervogel niet helemaal in orde, dan meng ik een beetje levertraan onder zijn voeder en ontworm ik hem tegelijkertijd.

 

Bij nachtvorst kan ik mijn vijver ijsvrij houden, omdat er steeds vers grondwater wordt ingepompt. Omdat grondwater een hoge temperatuur heeft dan buitenwater, voelt dit lauw aan als het hard vriest. Voor mijn watervogels is het aangenaam om te kunnen staan en zwemmen in dit water dat niet snel afkoelt. Zo voelen ze weinig of niets van de harde winterprikken. Vooral ’s nachts vertroeven ze graag in dit aangenaam aanvoelende water. Ik gooi er geregeld wat floating in. Zo kunnen zij dit opvissen, en kan ik van de prachtige aanblik van mijn naar voedsel duikende eenden genieten. Je kan ook de vijver gedeeltelijk ijsvrij houden door een luchtpompje te installeren, een luchtpompje kan een cirkelvormige wateroppervlakte met een diameter ongeveer 3 meter ijsvrij houden, ongeacht de vriestemperatuur.

 

 Natuurlijk zorg ik er ook voor dat mijn vogels op een sneeuwvrije en uit de wind gelegen plek kunnen liggen, bijvoorbeeld onder een oversteekdakje van ongeveer 50 cm hoog of onder wintergroene struiken. Sommige liefhebbers richten een stal of een serre in met een beekje of vijvertje en brengen daar een poos, of enkele ’s nachts, hun koudegevoelige watervogels onder. Met het verwarmen van zo’n ruimte zou ik zeer voorzichtig zijn en zeker niet de hele ruimte verwarmen. Bij vriesweer kan de kou wel een beetje gebroken worden door een lamp te hangen, zodat ze daaronder kunnen gaan zitten. Vooral voor minder winterharde soorten kan dit nuttig zijn.

 

Als je veel eenden op één vijver kunt samenbrengen, heeft dit het voordeel dat het water in beweging blijft en bijgevolg minder vlug bevriest. Duikeenden vertroeven ook ’s nachts op het water en kunnen de vijver lange tijd openhouden. Krooneenden doen dubbel zoveel werk als andere eendensoorten! Zij bewegen zeer veel en blijven zelden stilliggen op het water. Fluiteenden kun je beter niet houden op vijvers die ’s winters gedeeltelijk toevriezen. Want als zij duiken, wat ze tussen haakjes vaak doen, weet je echter niet waar ze zullen bovenkomen en kunnen ze dan verongelukken onder het ijs. Bij mijn weten, vindt iedere andere eendensoort na het plonzen en duiken weer de weg terug. Er zijn echter al eenden door een andere oorzaak onder het ijs verongelukt, bijvoorbeeld als bij vriesweer de bovenste laag van het vijverwater bevriest en het water eronder minder hoog komt te staan. Voor sommige eendensoorten loopt zoiets fataal af. Als de vijver namelijk 2 à 3 cm lager staat dan het ijs, dan zullen eendensoorten zoals ruddy ducks, kuifeenden, e.d. niet meer uit de vijver geraken. Op tijd water bijpompen is in dit geval zeker niet overbodig! Eenden kunnen ook onder het ijs verongelukken als ze door agressieve, geslachtsdriftige, (vaak ook grote) soorten aangevallen, achterna gezeten en onder het ijs gejaagd worden en ze daarbij zo uitgeput raken dat ze de kracht niet meer hebben om de terugweg naar de ijsvrije wateroppervlakte aan te vatten.

 

Bij streng vriesweer kan het voorvallen dat sommige watervogels dichtbij het water blijven en niet naar de gewone voederplaats komen om te eten. Vooral als de vijver vrij groot is, kan dat het geval zijn. In dat geval werp ik een mengsel van gewone eendenkorrel, granen en floating op het ijs, in de richting van mijn watervogels. Als ze eraan gewend zijn, zullen de floating droog opeten. Zijn ze dat niet, dan kun je de floating ook op het water gooien. Zoals de Engelse benaming het aangeeft, blijft dit voeder immers op het water drijven. Beginnende liefhebbers gooien echter soms zoveel floating of zee-eendenkorrel op het water, dat het daar uren blijft drijven. Dat is nadelig voor het verenpakje van watervogels! Omdat deze korrels een beetje vet afgeven, vooral in stilstaand water, kunnen de vogels er namelijk lek door worden, met de gekende gevolgen. Daarom deze goede raad: geef je watervogels zoveel floating of andere drijvende korrel als ze willen eten, maar als je die korrel op de vijver of in een kom water gooit, zorg er dan voor dat alles binnen het uur opgegeten is!

 

Tenslotte nog dit: een oude vriend van René Verbist die in de Ardennen woont – waar het in de winter zeer koud kan zijn en de sneeuw  lang kan blijven liggen – slaagde er toch in om al zijn eenden, zelfs de niet erg winterharde soorten gezond en wel door de winter te loodsen. Een gedeelte van zijn 8-vormige, 10m lange en 2 à 3 m brede vijver had hij toen overdekt met hout en op dat hout had hij een laag zand ter isolatie aangebracht. Onder het hout had hij bovendien twee infrarood lampen gehangen. Volgens die man werkte dat perfect en had hij altijd open water.

          

Er bestaan dus heel wat mogelijkheden om watervogels door de winter te loodsen zonder dat ze al te veel van de kou te lijden hebben.

 

Met dank aan dhr. René Verbist.

 

Terug naar Verzorging.