Gele Fluiteend.
Leuk om weten:
Gele fluiteenden zijn sociaal levende, tamme, soms nogal bazige, gemakkelijk te houden en luidruchtige eenden. Man en vrouw zien er het hele jaar hetzelfde uit. Er is geen sprake van een eclipskleed. Het vrouwtje is doorgaans iets kleiner dan de man. Gele fluiteenden hebben in verhouding tot andere watervogels tamelijk grote vleugels. Je kan ze zowel in een aparte als in een gemengde groepsvijver huisvesten en zowel paarsgewijs als in groep, maar bijvoorkeur in een ruim, hoog omheind, beschut, zonnig en goed beplant perk. Gele fluiteenden zijn niet volledig winterhard maar verdragen doorgans toch onze vriestemperaturen, vooral als de vijver van stromend water en ondiepe gedeelten voorzien is. Heeft de vijver geen ondiepe staangedeelten, hang dan een plank circa 10 cm onder het water. Gele fluiteenden zullen er ongetwijfeld gebruik van maken, want ze staan graag in ondiep water. De vijver moet wel volledig ijsvrij gehouden worden, het zijn enorme duikers. Ze kunnen namelijk onder het ijs terecht komen, vinden hun weg niet terug en komen dan om. Daalt de temperatuur echter een heel eind onder nul en houdt de vrieskou lange tijd aan, dan kun je ze beter naar een afgeschermde ruimte brengen met een ondiep vijvertje dat van stromend water voorzien is. Ze zijn namelijk nogal koudegevoelig, bij vriesweer kunnen hun poten en voeten bevriezen
Het zijn grond- en holenbroeders. Ze nestelen o.a. in een kruik, een tonnetje, in een nestkast met een laddertje, en in een grondkuiltje tussen planten en sommige vrouwtjes willen ook wel nestelen in een ingegraven bak met een inloopbuis. Ze hebben een sterke paarband en blijven het hele jaar samen. Gele fluiteendenvrouwtjes leggen dagelijks. Man en vrouw broeden om beurten, verscheidene nalegsels zijn mogelijk. De kuikens zijn zowel natuurlijk, kunstmatig als door een pleegmoeder groot te brengen. Ze hebben veel warmte nodig en groeien snel. De kuikens zijn volgroeid op een leeftijd van 8 weken.
|