Krooneend.
Leuk om weten:
Krooneenden zijn sterke, tamme, winterharde, trouwe, verdraagzame en niet luidruchtige duikeenden. Ze stellen bijzonder weinig eisen. Het zijn makkelijke eenden voor beginnende liefhebbers. Je kan ze zowel in een aparte als in een gemende groepsvijver huisvesten. Wel zijn ze nogal vraatzuchtig! Water- en oeverplanten kunnen ze moeilijk met rust laten. In broedkleed heeft de woerd een felrode snavel, roodbruine kop, de hals, borst, rug en buik zijn zwart tot aan de staart. De bovendelen zijn grijsachtig bruin met vooraan op de schouders een witte vlek. De flanken zijn wit, de staart is grijsbruin.’s Zomers draagt de woerd een eclipskleed en lijkt hij op het vrouwtje. Hij is echter groter en hij behoudt zijn rode ogen en snavel, al is deze in die periode veel minder fel rood. Het vrouwtje heeft een donkerbruine kop met lichtkleurige wangen en bijna witte hals. De rest van het verenkleed is lichtbruin met een tintje grijs bovenaan en gelig bruin onderaan. De snavel is grijszwart met een smal rood randje en een rode nagel.
Het zijn grond- en holenbroeders. Ze nestelen graag in het schemerdonker, zowel dichtbij als op een afstand van de vijver, in een grondkuiltje tussen de beplanting of onder een afdakje. Sommige vrouwtjes nestelen ook in een op de grond neergezet nestkast met een volledig open voorzijde of een groot nestgat. Eén of twee nalegsels zijn mogelijk. Krooneendenkuikens zijn olijfbruin bovenaan en lichtgeel tot bijna wit onderaan . Zowel moeder als vader krooneend verdedigt hun kroost. De kuikens zijn gemakkelijk op te kweken, natuurlijk, of kunstmatig, zelfs door een pleegmoeder. Ze zijn volgroeid op een leeftijd van 7 weken.
|