Ruddy Duck.
Leuk om weten:
De populairste soort stekelstaarteenden is ongetwijveld de ruddy duck. Het zijn levendige, niet al te agressieve, eendjes die in vele watervogelcollecties voorkomen. Ruddy ducks zijn goed bestand tegen onze winters mits ze over voldoende zwemwater kunnen beschikken. In het water staan ze namelijk goed hun mannetje, maar op het land kunnen ze minder goed uit te voeten, omdat hun poten te ver vanachter onder hun lijf staan. In jeugdkleed lijken mannelijke en vrouwelijke vogels sprekend op elkaar. In broedkleed en eclipskleed daartegen zijn de mannen duidelijk van de vrouwtjes te onderscheiden aan o.a. de witte wangen. Jonge mannen komen in april van het eerste levensjaar op kleur, volwassen mannen jaarlijks rond maart. Mannelijke ruddy ducks behouden de hele zomer het broedkleed en ruilen pas in september om voor het eclipskleed. Wat vooral opvalt: de snavel van de mannen in eclipskleed is donkergrijs, in broedkleed wordt die helder lichtblauw. Het is indrukwekkend om te zien hoe ruddy-duckmannen zich tijdens het baltsen groot maken door twee “hoorntjes” op de kop overeind te zetten en de hals en lijf op te richten. Ze trommelen ook driftig met de snavel op de borst zodat de lucht van tussen hun borstveertjes gedrukt wordt en er kleine luchtbelletjes op en onder water gevormd worden. Hierbij wordt een prachtig, zacht roffelend geluid geproduceerd.
Het zijn grond- en holenbroeders. De vrouwtjes worden tijdens de lesperiode buitengewoon zwaar en lopen dan nog moeilijker dan tevoren. Ze nestelen in de directe omgeving van de vijver in een neergezet nestkastje met een groot nestgat. De vrouwtjes leggen dagelijks, in verhouding zijn de eieren veel te groot voor zo’n klein eendje. Omdat de eieren van ruddy ducks zo’n dikke schaal hebben, zijn ze moeilijk te schouwen. Tijdens de leg wordt het nestje steeds verder opgebouwd en beginnen de vrouwtjes te broeden. Het nest wordt soms bekleed met dode bladeren of waterplanten en soms wordt een plantendak geconstrueerd met de stengels van de omringende vegetatie. Tijdens het broeden verdedigen de vrouwtjes hun nest met gevaar voor hun eigen leven. De kuikens zijn zowel kunstmatig, door een pleegmoeder, of natuurlijk groot te brengen. Bij natuurkweek kan je best het vrouwtje met haar kroost naar een afgeschermde ruimte met vijvertje brengen en daar een warmtelamp of warmteplaat installeren. Het vijvertje moet voorzien zijn van enkele makkelijke uitstapplekje. Zet bij kunstmatige opkweek echter niet teveel kuikens in een bak. Het donspakje van de Stekelstaarteendenkuikens is zeer dicht en donker.
|